Voeg het meel, bloem, zout en gist bij elkaar en roer goed door elkaar. Voeg voorzichtig het water toe en roer tot een deeg. Dek af met huishoudfolie en laat 12 – 18 uur staan op het aanrecht. Het deeg is redelijk vloeibaar en niet zo stevig als pizzadeeg.
Haal het deeg uit de kom met flink bebloemde handen (het deeg is nl vochtig) en sla de lucht eruit. Dit kun je doen door kort te kneden of je vuist erin te drukken. Dek af met huishoudfolie en laat 30 minuten staan.
Verwarm de hetelucht oven voor op 220 graden met een bakplaat erin.
Zorg dat je handen flink onder de bloem zitten en verdeeld het deeg in tweeën. Vervolgens elk deel weer in drieën. Of gebruik een soeplepel om iedere keer een even grote portie van het deeg uit de kom te pakken. Draai snel met je bebloemde handen tot een bal en zet op het bakpapier. Herhaal deze procedure met de andere 5 bolletjes.
Haal de bakplaat uit de oven en leg het papier met de bolletjes voorzichtig hierop. Plaats 25-30 minuten in de oven. De broodjes zijn gaar als ze hol klinken als je op de onderkant tikt.
Laat iets afkoelen voordat je de harde broodjes opensnijdt.