Kook de sushi rijst volgens de verpakking. Schep met de houten lepel in een aardewerk kom (geen staal) en spatel voorzichtig de rijstazijn erdoor. Laat 10 minuten afkoelen onder een schone doek. Het receptenboekje bevat een uitgebreide uitleg om goede sushirijst te maken.

Rooster het sesamzaad in een droge koekenpan.

Snijd de komkommer in reepje van 5 cm lang en 1 cm breed. Zorg dat de zaadlijsten verwijderd zijn. Snijd de krabsticks doormidden en de avocado in repen net zo dik als de komkommer.

Knip het norivel op 1/3 doormidden.

Leg het 2/3 norivel op het bamboematje. Verdeel 80 gram rijst op de nori. Zorg dat je 1 cm aan de bovenzijde vrij laat. Strooi sesamzaad over de sushi rijst. Bedek de rijst en het sesamzaad met huishoudfolie en draai in 1x op zijn kop op het bamboematje. Nu ligt de nori bovenop en het huishoudfolie direct op het matje.

Vouw de bovenkant van de nori 1 cm naar binnen, daar waar je de bovenzijde 1 cm vrij had gelaten.

Maak in het midden een dunne streep met een theelepel mayonaise. Leg hierop 2 reepjes komkommer, 2 helften krabstick en 2 reepjes avocado.

Schuif de duimen onder het bamboe matje en houd de ingrediënten tegen met de vingers. Rol de mat voorzichtig op over de ingrediënten, haal je vingers weg en rol de sushi verder op, zonder dat het matje er tussen komt. Vergeet niet om het huishoudfolie stukje bij beetje weg te trekken.

Verwijder het bamboematje en de folie. Neem een scherp mes en maak dit vochtig. Snijd elke rol in 8 gelijke stukken.

Serveer op een bord met de zoetzure gember, bolletjes wasabi en de sojasaus. Gebruik de eetstokjes om de sushi in style te nuttigen.