Verwarm de oven voor op 200 graden.

Haal het bladerdeeg uit de vriezer. Snijd elk plakje doormidden, verwijder het plastic en leg op een met bakpapier beklede bakplaat en laat ontdooien. Kluts een eitje en smeer alle stukjes in met het ei. Prik de helft van het bladerdeeg in met een vork. Dit wordt het dakje van de tompouce. Hak 1 eetlepel pijnboompitten grof en strooi over de 4 ingeprikte plakjes bladerdeeg. Schuif de bakplaat in de oven en bak in 13 minuten goudbruin.

Rooster de pijnboompitten in een droge koekenpan goudbruin.

Verdeel de rucola over de borden. Neem de 4 onderkantjes van de tompouce (zonder pijnboompitten) en smeer in met de helft van de mayo. Doe de andere helft van de truffelmayonaise in een diepvrieszakje. Duw de inhoud van het zakje naar één van de punten toe en maak het met een draaiende beweging dicht. Zorg ervoor dat alle lucht uit het zakje geperst wordt, want achtergebleven luchtbellen gaan “sputteren” tijdens het spuiten. Knip een klein hoekje uit. Spuit op elk bord een paar toefjes.

Haal de carpaccio (2 porties) uit de verpakking. Snijd elke portie doormidden en leg op het plakje bladerdeeg met truffelmayo. Dek af met het dakje van de tompouce. Strooi de parmezaan en de geroosterde pijnboompitten erover.